admin
Posts by :
- 55 woorden
- actueel
- collages
- colofon
- columns
- informatie
- korte verhalen
- pictofictie
- schilderijen
- Uncategorized
2018
2017
- 65 x 40 cm
- 65 x 50 cm
- 40 x 45 cm
DIGITAAL?
Een vriendin, de zeventig al ruim gepasseerd, vertelde me over haar eerste kennismaking met de computer.
Aanleiding voor die ontboezemingen was ons gesprek over de groep kunstenaars die zich Digipainters noemt en die digitale geprinte afbeeldingen met echte kwast en echte verf bewerken. Het verband dat de Digipainters leggen tussen het schilderen en de afbeeldingen uit de computer bracht ons op het al oude onderwerp man, en hoe die te combineren met vrouw en kunstenaar zijn.
Haar eerste kennismaking met het digitale tijdperk had met dat onderwerp te maken en dateerde uit de jaren 70.
“Digitaal was zo vol met futuristische hoop en onbegrensde toekomstdromen.” zei de vriendin. Haar enthousiasme kreeg handen en voeten in de vroege jaren 70 door een oproep in de NRC om mee te doen aan een Baanbrekende Digitale Techniek voor Partnerkeuzedoor een groep idealistische studenten en computer pioniers. Computers waren toen nog grote machines in rekencentra. Makkelijk verliep de Baanbrekende Techniek dan ook niet. ”Ik moest pakken papier met vragen invullen.Hoe het verder ging met de techniek weet ik niet .Mij was toen eigenlijk in het geheel niet duidelijk wat een computer precies was, maar dat de revolutie zou beginnen met nullen en enen stond vast”.
Er waren opvallend veel kunstenaars en andere creatieve beroepsgroepen geïnteresseerd in de Baanbrekende Techniek voor Partnerkeuze bleek achteraf.
Na lange tijd kreeg ze de uitslag. De computer had beslist, het was een kunstenaar die zich toen al met digitale beeldvorming bezig hield. De vriendin: “We spraken af in het Stedelijk. Het werd niks. Maar wat ik me nog heel goed herinner is de naïeve en onbeschrijfelijke teleurstelling van ons beide dat de Digitale Techniek voor Partnerkeuze zo vreselijk gefaald had. Toen konden we er absoluut niet om lachen, nu wel natuurlijk. Er zijn steeds weer mensen die een prachtige geheel digitale wereld voorspiegelen met digitale boeken en digitale kunst. Maar de toekomst is nog steeds onbekend.”
oekomst of geen toekomst, de Digipainters combineren zorgeloos oude en nieuwe technieken en maken vitale schilderijen die nog naar verf ruiken en een echte huid hebben. Dat missen alle video en andere kunst die op digitale wijze gemaakt wordt. Hoe indrukwekkend de video ook is, in de donkere projectie ruimte ruikt het alleen naar mensenvlees.
De gesprekken met mijn vriendin leiden vaak tot rare conclusies.
Vera de Groot
taakstraf en straatkunst
Sinds de uitvinding van de spuitbus, de viltstift en de printer heeft de straatkunst een hoge vluchtgenomen. Alle wereldsteden zijn van boven tot onder voorzien van straatkunst.
Om te onderzoeken waarom plakkers en spuiters er zoveel satisfactie
uithalen, ging ik op pad. Aangekomen bij de Beurs van Berlage zag ik dat er net een tentoonstelling over een straatkunstenaar te zien was.
In de Beurs van Berlage is de museumkaart maar heel beperkt geldig. Altijd een obstakel om de tentoonstellingen daar te bezoeken. ‘Voor een onbetaalde columnist een heel bedrag die €14 ’ , zeg ik tegen de misschien wel 60 of 70 jarige man naast me. ‘Zeker’, beaamt hij. ‘voor iets dat in de openbare ruimte thuis hoort’.
Hij was een Wilde plakker in ruste vertelde hij met gevoel voor understatement.
Om een lang verhaal kort te maken, we besloten samen de stad in te gaan om de openbare straatkunst te gaan zoeken en de Beurs van Berlage te laten voor wat het was. Het was een mooie zomerdag.
In zijn jonge jaren, vertelde hij al lopend richting Rokin, ging het plakken gepaard met maatschappij kritiek. Het had te maken met burgerlijke ongehoorzaamheid en vrijheidsdrang, dat was toen erg in de mode. We hadden er veel plezier in om stikkers en teksten te bedenken. Buiten de commerciële reclame was er nog veel ruimte voor ons plakkers en spuiters’.
De plakker in ruste vertelde verder, ‘Het begon in eerste instantie als een soort grap, maar onze teksten en rare logo’s waren een schot in de roos. We waren verbaast over de aandacht die het opleverde. Er kwamen zelfs verzamelaars die stikkers en kleine affiches voorzichtig lospeuterden. Tijdens onze nachtelijke plak sessies hadden we soms achtervolgers die het materiaal bijna uit onze handen trokken. En er kwamen opdrachten van de gevestigde orde. De verachtelijke reclame makers. Die reclamemakers hebben tot taak iedereen geld uit de zak te kloppen, iets waar ik geen verstand van had en ook niet wilde hebbe. Dat commerciële gedoe heeft ons groepje uit elkaar gedreven’.
Voor ons lopen 4 mannen met een soort opzichter. De vier hebben rode hesjes aan en dragen een emmer met sop. ‘ Taak gestraften’ zegt de gepensioneerde wilde plakker. ‘Ze hebben een belangrijke functie in de straatkunst. Met dat poetsen zorgen ze voor een mooie, schone ondergrond’.
Na deze verhelderende mededeling neemt hij afscheid.
Taakgestrafte en straatkunst een win win situatie? Wie het weet mag het zeggen.
Conclusie: De roem van de straat kunstenaar is altijd van korte duur.
Vera de Groot
Actueel

Deze web-site word in juni en november 2019 bijgewerkt.
Vera de Groot
beeldenkunstenaar
knsm-laan 239
1019 LC Amsterdam
t 020 6228649
m 0626628121
email: veradegroot@xs4all.nl
de twee prado’s
De eerste Prado.
Op mijn achttiende met de trein naar Madrid. Voordat we het wisten stonden we al aan de Spaanse grens. We stapten haastig over in een Spaanse trein, die tot onze verbazing beschikte over een restauratiewagon met rode pluche fauteuils en met wit tafellinnen gedekte tafels. Daar te dineren is een heel onverantwoorde investering. Maar het was onweerstaanbaar. Bijna al ons geld ging op aan onbegrijpelijke gerechten. Terwijl we aten reed de trein met een slakkengangetje door het lege kale landschap. Dat
slakkengangetje was noodzakelijk vanwege de fauteuils die gewoon los stonden. Een onverwachte stop met hoge snelheid had ons samen met de andere gasten met pluche en tafellinnen in de hoek doen belanden.
In Madrid rende we gelijk naar het Prado. Zoveel Velazquez, zoveel Goya we werden er dronken van. Het verkeer raasde over de snelweg langs het Museuo Prado. De benzinedampen golfde door de open ramen naar binnen. Die dampen gaven een extra dimensie aan Goya. We bespraken alles tot in het kleinste detail. We waren verliefd op elkaar en op alles wat we zagen. Onverzadigbaar, aan begrijpen deden we niet.
Het Tweede Prado.
Reizen lijkt nu meer op een goederen transport over de lopende band. Of je naar Mars reist of naar Madrid het maakt niet veel uit.
Het Prado was niet meer het kunstpaleis vol met schilderijen, maar een modern museum, met alles wat daarbij hoort. Efficiënt ingericht, met restaurant en een balie vol stompzinnige audiotours en natuurlijk klimaat gereguleerd.
Weer liepen we eerst naar Velazquez en daarna naar Goya. Nu gingen we gelijk aan de slag om het verschil tussen die twee te benoemen.
Wat je zegt dat ben je zelf,is een oud Freudiaanse uitspraak. Soms wil je de spijker met veel kracht op de kop slaan. Hoe meer bloed er vloeit hoe beter. Weet je tenslotte waar het over gaat. De ander vindt dat bloed mooier is als het bedekt is met brokaten stoffen.
Weer terug naar huis. Ik lees, voortdurend lastig gevallen door de stewardess als verkopers van parfum en vieze plastic maaltijden, in de Vrolijke wetenschap van Nietzsche. ”Sommige mensen verlangen van kunst dat zij het gevoel van het bestaan verscherpt; anderen willen dat kunst het hen doet vergeten.”
Toen viel alles op zijn plek.
De keuze tussen bloed en brokaat, dineren in de rijdende pluche fauteuil en het toeristen vervoer anno 2014.
Met dank aan Nietzsche, Goya en Velazquez.
Vera de Groot